Cholesterol van levensbelang tegen kanker

Cholesterol is de laatste decennia afgeschilderd als de grote boosdoener in het ontstaan van hart- en vaatziekten. Ons is verteld dat cholesterol aan het binnenste van onze vaatwanden blijft zitten en daar zorgt voor arteriosclerose (aderverkalking) en hoge bloeddruk. Wat blijkt? Cholesterol alleen heeft geen invloed op het ontstaan van arteriosclerose en een hartinfarct. Dit is de keiharde conclusie van prof.dr. W. Hartenbach na tientallen jaren onderzoek. Hij zet zijn conclusies voor de leek uiteen in zijn boek De cholesterol leugen. Cholesterol van levensbelang bij kanker

Hartenbach: “arteriosclerotische plaques bestaan voor maximaal 1% uit cholesterol, een gegeven dat ik op grond van duizenden door mij verrichte operaties aan bloedvaten kan bevestigen”.

Het grote bezwaar van het verlagen van het cholesterolgehalte is dat je daarmee het lichaam schaadt. De stof cholesterol is van levensbelang voor het functioneren van onze stofwisseling. Hartenbach: “Hoe hoger de cholesterolspiegel is, des te lager de incidentie van kanker”.

In 1931 is de Nobelprijs uitgereikt aan dr. O. Warburg voor het ontdekken van de primaire oorzaak van kanker. Van hem weten we dat in het ontstaan van kanker de celmembraan cruciaal is. Deze celmembraan moet voldoende doorlaatbaar zijn om zuurstof de cel binnen te trekken. Als een cel te weinig zuurstof krijgt, wordt het een kankercel. De celmembraan bestaat voor een belangrijk deel uit cholesterol. Als dit kunstmatig wordt verlaagd, kan de celmembraan zijn werk niet goed meer doen. De cel komt dan zuurstof tekort en wordt een kankercel.

De conclusies van Hartenbach sluiten dus naadloos aan op die van Warburg. Een gezonde celmembraan is de beste preventie van kanker.

Hartenbach: “Geen van de statistieken waarop de farmaceutische industrie zich beroept, is aan de hand van zuiver wetenschappelijke criteria tot stand gekomen.” De leuze “goed voor hart en bloedvaten” die wordt gebruikt bij de verkoop van margarine mag dan mooi klinken, een wetenschappelijke basis hiervoor ontbreekt. Roomboter houdt de celmembraan in tact en daarmee het zuurstoftransport naar de cel.